Spelregels

Beknopte spelregels

Wat heb je nodig

racket

Ten eerste is er natuurlijk een badmintonracket nodig. Trainers, ervaren spelers of een winkelier kunnen adviseren wat betreft bespanning, gripdikte, prijs en merk.

sportkleren

Om te kunnen badmintonnen heb je eigenlijk alleen een trainingspak nodig met daaronder een t-shirt en een short. Schoenen dienen licht en veerkrachtig te zijn met goede steun en een goed profiel. De schoenen moeten geschikt zijn voor een binnenzaal, de zolen mogen geen strepen achterlaten op de zaalvloer.

shuttles

Tenslotte is er een shuttle nodig. Er zijn nylon shuttles voor beginners en veren shuttles voor gevorderden. Meestal heeft de vereniging shuttles waar gebruik van gemaakt kan worden.

Spelsoorten

Badminton kent vijf spelsoorten:
  • mannenenkelspel (MS)
  • vrouwenenkelspel (WS)
  • mannendubbelspel (MD)
  • vrouwendubbelspel (WD)
  • gemengddubbelspel (MXD)

Toss

Voordat een spel begint is er een loting (toss). Wie deze toss wint mag een keuze maken uit de volgende mogelijkheden:
  • eerst serveren of eerst de service ontvangen
  • of het spel beginnen aan de ene kant dan wel aan de andere kant
De tegenpartij kiest uit de overgebleven mogelijkheden. Dus indien bijvoorbeeld de winnaar van de toss er voor kiest om eerst te serveren, dan is de verliezer van de toss de eerste ontvanger en kiest deze dus de kant van het veld waarop hij/zij begint.

Bij de stand 0-0 en alle even punten, wordt geserveerd vanuit het rechter serveervak. Bij alle oneven punten wordt geserveerd vanuit het linker serveervak. Na iedere score vindt de service plaats vanuit het naastliggende serveervak.

Service

algemeen

De service is heel belangrijk in badminton. Een service is goed als:
  • deze onderhands* geslagen wordt
  • deze diagonaal in het juiste speelvak wordt gespeeld (zie tekening boven)
  • de serveerder niet op of tegen de lijnen staat
  • de serveerder met beide voeten op de grond staat
*onderhands: het racketblad moet naar beneden wijzen

service enkelspel

  • iedere speler heeft één servicebeurt
  • in één servicebeurt kunnen géén of meer punten gescoord worden
  • als je een fout maakt, gaat de service naar de tegenstander en deze krijgt een punt

service dubbelspel

  • ieder team heeft een servicebeurt.
  • bij een even stand wordt vanuit het rechter vak geserveerd. Bij een oneven stand uit het linker
  • in één servicebeurt kunnen géén of meer punten gescoord worden door dezelfde speler
  • er wordt alleen van serveer vak gewisseld als je zelf (of je partner) een punt maakt

Telling

Er wordt gespeeld op basis van het rally-point systeem (elke punt is ook echt een punt). De wedstrijd gaat om 2 gewonnen games tot 21 punten. Wordt het 20-21, dan moet er worden gewonnen met een verschil van 2 punten tot een maximum van 30. Dus bij 29-30 is de game sowieso afgelopen en wint degene die 30 punten heeft.

Je scoort een punt als …
  • je de shuttle in het speelveld van de tegenstander op de grond slaat
  • de tegenstander de shuttle in het net, onder het net, tegen het plafond of buiten jouw speelveld slaat
  • de tegenstander de shuttle slaat voordat deze over het net is
  • de tegenstander de shuttle meer dan 1x achter elkaar raakt
Je krijgt een punt tegen als …
  • de shuttle binnen je speelveld op de grond valt
  • de shuttle tijdens de service, buiten het juiste serveervak van je tegenstander valt
  • je in het net slaat
  • je de shuttle meer dan 1x achter elkaar raakt

Let

Een “let” betekent dat de rally opnieuw moet worden gespeeld als gevolg van een onvoorziene gebeurtenis (bijvoorbeeld als de shuttle van anderen in jouw veld valt).

Lees verder: Warming-up